Aantal porties
2
- De broccoli en de bloemkool schoonmaken, in roosjes snijden, wassen.
- De groentebouillon verwarmen, de broccoli- en bloemkoolroosjes daarin beetgaar koken.
- De roosjes eruit nemen, laten uitlekken en in een kom doen.
- De rode kool schoonmaken, wassen en in reepjes snijden. Kort blancheren in de groentebouillon.
- De friséesla uitzoeken, wassen, uit elkaar trekken en laten uitlekken. Op twee borden aanrichten.
- De rode kool met de koolroosjes mengen en op de friséesla leggen.
- De yoghurt met de zure room en het citroensap glad roeren. Op smaak brengen met peper, cayennepeper en kruidenzout.
- De basilicum uitzoeken, wassen, droogdeppen, fijn hakken, over de groenten strooien en met de dressing besprenkelen.
- De pijnboompitten in een pan zonder vet roosteren en over de groentesalade verdelen.
- De boerenbroodplakken beleggen met gevogelteworst en bij de groentesalade serveren.
Tipp: U kunt het brood beleggen met verschillende soorten gevogelteworst.
250 g Broccoli
250 g Bloemkool
125 ml Groentebouillon
150 g Rode kool
200 g Friséesla
150 g Yoghurt 1,5% vet
3 EL zure room 10% vet
2 EL Citroensap
Peper, cayennepeper, kruidenzout
1/2 bosje basilicum
2 EL pijnboompitten
120 g gevogelte mortadella
6 sneetjes boerenbrood (sneetjes à 65 g)