Aantal porties
2
- Kook de rijst in de dubbele hoeveelheid water (300 ml) met een beetje zout 2 minuten en laat het dan op een laag vuur wellen.
- Spoel de kalkoenschnitzels af, dep ze droog, peper en zout ze.
- Verhit de olijfolie in een pan. Bak de kalkoenschnitzels daarin aan beide kanten 4-5 minuten, haal ze eruit en houd ze warm.
- Pel de sjalotten en snijd ze in fijne ringen, fruit ze glazig in het achtergebleven braadvet.
- Was de citroen en de sinaasappel heet af, droog ze en rasp van elk een halve theelepel schil. Pers beide fruithelften uit.
- Was de abrikozen en verwijder de pit, leg 1 abrikoos apart. Snijd de rest klein, doe ze met de citroen- en sinaasappelschil in de pan en laat ze kort meebakken.
- Giet de room erbij met het citroen- en sinaasappelsap en laat 5 minuten sudderen.
- Pureer de saus, breng op smaak met kerrie en peper.
- Snijd de apart gelegde abrikoos in reepjes en schep ze door de saus.
- Richt de kalkoenschnitzels en de gekookte basmatirijst op twee borden aan. Voeg de saus toe en garneer met citroen- en sinaasappelschijfjes.
- Tip: Basmatirijst heeft een delicate aroma, dus alleen lichtzouten. U kunt de abrikozen saus nog verfijnen met 2 tl abrikozenlikeur (20 kcal).
1 EL olijfolie
150 g basmatirijst
peper, zout
1/2 onbespoten citroen (30 g)
1/2 onbespoten sinaasappel (60 g)
kerrie
2 kalkoenschnitzels (à 150 g)
2 sjalotten
5 abrikozen
45 ml room, 10% vet