Aantal porties
2
- De aardappelen schillen, in blokjes snijden en gaar koken in gezouten water.
- De melk in een pan verwarmen, de eieren splitsen en de kaas in blokjes snijden.
- De aardappelen afgieten, laten uitdampen en door een aardappelpers drukken.
- De melk, de eidooiers, de kaas en het bakpoeder toevoegen. Alles goed roeren totdat de kaas gesmolten is. Op smaak brengen met nootmuskaat, peper en zout.
- De peterselie wassen, droogdeppen, hakken en door het aardappel-kaasmengsel mengen.
- Het eiwit met een snufje zout stijf kloppen en erdoor spatelen.
- Een ovenschaal invetten met boter, bestrooien met paneermeel en het mengsel erin doen.
- In een voorverwarmde oven op 200-220 °C 25-30 minuten bakken.
- De witlof wassen, halveren, de stronk verwijderen en de witlof in reepjes snijden.
- De sinaasappel fileren en samen met de witlof in een kom doen.
- De banaan fijnprakken, mengen met het citroensap, de yoghurt en de honing. Daarna op smaak brengen met peper en kerrie.
- Met de witlof en de sinaasappelpartjes mengen.
- Het soufflé uit de oven halen, opdienen en serveren met de witlof-sinaasappelsalade.
- Voeg de melk voor de aardappelpuree altijd beetje bij beetje toe. Hoeveel vloeistof nodig is, hangt ook af van het soort aardappel. Om het eiwit stijf te krijgen, mag er na het splitsen geen eigeel in het eiwit zitten. Tijdens de baktijd van het soufflé mag u de oven niet openen, anders kan het soufflé inzakken.
1 TL Honing
1 TL Bakpoeder
1 TL Boter
2 EL Citroensap
1 EL Paneermeel
500 g bloemige aardappelen
80 g Limburger, 30-35 % vet i.Tr.
200 ml melk 1,5% vet
2 eieren
1 sinaasappel
1/2 banaan
1 bakje yoghurt, 1,5 % vet
Kerrie
Nootmuskaat, peper, zout
1/4 bos peterselie
4 stronken witlof (à 125 g)