Aantal porties
2
- Het soepgroenten schoonmaken, wassen en in kleine blokjes snijden.
- Het vlees in hapklare blokjes snijden.
- De olie in een grote pan verhitten, het vlees en de soepgroenten daarin aanbraden en met de groentebouillon aanlengen. Op laag vuur ongeveer 20 minuten laten sudderen.
- Ondertussen de boerenkool schoonmaken, wassen en van de stronk ontdoen, daarna door de vleesmolen draaien of in de blender fijnmaken (niet pureren).
- De ui pellen en in de pan raspen. De haver- en gerstgrutten ook in de pan doen en het geheel nog 15 minuten laten garen, regelmatig roeren.
- De boerenkool toevoegen en alles nog eens 5 minuten laten garen.
- De soep op smaak brengen met peper, geraspte nootmuskaat, zout en een snufje rietsuiker.
- De soep over twee soepborden verdelen en met peterselie bestrooid serveren.
Tipp: In plaats van haver- en gerstgrutten kunt u ook spießkorngerste gebruiken. Een nacht laten weken en zoals de grutten in de soep mee laten koken.
1/2 bos soepgroenten
100 g mager rundvlees (bout)
2 el olie
500 ml groentebouillon
400 g boerenkool
1 ui
50 g havergrutten
50 g gerstgrutten
zwarte peper uit de molen
geraspte nootmuskaat,
zout
1 snufje rietsuiker
2 el gehakte peterselie
1 verse ananas