Aantal porties
2
- Zeef het meel in een kom en maak een kuiltje.
- Giet de lauwwarme melk in het kuiltje, verkruimel de gist erin en meng met de honing. Roer met een houten lepel en laat 10-15 minuten op een warme plaats rijzen.
- Voeg vervolgens wat zout en het ei toe aan het deeg. Klop het deeg dan met de houten lepel totdat het bellen vormt.
- Laat het deeg afgedekt op een warme plaats rijzen tot het in volume verdubbeld is (ongeveer 30 minuten).
- Bereid ondertussen het vanillepuddingpoeder volgens de aanwijzingen, breng op smaak met de rietsuiker en laat afkoelen.
- Kneed het deeg kort door en verdeel in vier porties. Vorm hiervan vier knoedels en laat ze afgedekt nogmaals 15 minuten rijzen.
- Laat de knoedels garen in kokend water.
- Smelt de boter in een pan, voeg de maanzaad toe en fruit het aan. Blus af met het sinaasappelsap en laat de maanzaad 10 minuten wellen.
- Haal de knoedels met een schuimspaan eruit, leg ze op twee borden, bedek met het boter-maanzaadmengsel. Serveer de vanillesaus apart erbij.
Tipp: U kunt ook kant-en-klare maanzaadvulling (Backmohn) verwerken. De boter in de pan mag niet te heet worden, zodat deze niet verbrandt.
200 g tarwebloem, type 550
125 ml melk (1,5% vet; voor het deeg)
15 g gist
1 tl honing
zout
1 ei (maat M)
2 tl vanillepuddingpoeder zonder suiker
4 tl boter
1 el rietsuiker
2 el versgemalen maanzaad
3 el sinaasappelsap